Kartonnen dozen - Tom Lanoye

Kartonnen dozen werd in 1991 geschreven door Tom Lanoye. Het is een autobiografische roman
die het leven van Tom beschrijft tijdens zijn puberteit. Hij beschrijft alle mensen die een grote invloed
hebben gehad op zijn leven of die een diepe indruk hebben nagelaten, zoals zijn moeder, zijn tante,
enkele van zijn leraren in het middelbaar en uiteraard ook Z., zijn beste vriend op wie hij verliefd wordt.  

De titel van het boek verwijst naar een motief in het boek, namelijk de verschillende kartonnen dozen
die Lanoye beschrijft. Allereerst is er de schoendoos waarin Tom alle souvenirs van zijn Zwitserlandreis
heeft bewaard, de reis waar hij Z. voor het eerst zag. Daarnaast zijn er ook de archiefdozen waarin
Tom zijn oude studieboeken bewaart. Het is voor Tom een aandenken aan zijn middelbare schooltijd.
Tot slot beschrijft hij de kartonnen dozen die voor hem het belangrijkste zijn, namelijk boeken.
De voor- en achterflap zijn de boven- en onderkant van de doos en het verhaal zelf vormt de inhoud
van de doos. Door de gebeurtenissen in zijn puberteit in een boek te gieten, heeft hij er eigenlijk een
kartonnen doos van gemaakt, waarin hij zijn herinneringen voor eeuwig bewaart. Niet enkel de titel
verwijst naar zijn puberteit en zijn schooltijd, ook de kaft geeft een beeld van zijn schooltijd weer.
Er staat namelijk een foto op de cover van jongetjes in turnkledij. Dit verwijst niet enkel naar de
school, maar ook naar de turnkring waarvan hij speciaal lid werd om Z. meer te kunnen zien.


Het verhaal begint ab ovo met een introductie waarover het verhaal zal gaan en  een beschrijving hoe
Tom voor het eerst zijn geliefde Z. ontmoette. Daarna wordt het verhaal in drie grote hoofdstukken
opgedeeld. Het eerste hoofdstuk gaat voornamelijk over de vier belangrijkste vrouwen in zijn leven:
zijn moeder, zijn zus, zijn tante en een vriendin des huizes. In het tweede hoofdstuk beschrijft hij
zijn leven op de middelbare schoolbanken, waarbij hij speciale aandacht schenkt aan enkele 
leraren die hem altijd bijgebleven zijn. Het laatste hoofdstuk beschrijft de eindejaarsreis naar
Griekenland. De rode draad doorheen het verhaal is zijn liefde voor Z. die hem overal achtervolgt.
Het boek heeft een gesloten einde. In het  laatste kleine hoofdstukje is Tom 32 jaar en blikt hij terug
op zijn verhaal. Daarnaast bedankt hij ook de lezer, omdat die de moeite heeft genomen om zijn
verhaal te lezen en waarbij hij duidelijk maakt dat een boek eigenlijk ook een kartonnen doos is.

Het verhaal wordt verteld door een interne autodiëgetische verteller. Tom Lanoye is namelijk niet
enkel de auteur, maar ook de verteller van het verhaal. Dat is toch wat Lanoye de lezer wil
laten geloven. De kans bestaat dat het personage gebaseerd is op Lanoye zelf, maar sommige 
elementen kunnen evengoed verzonnen zijn. Dit kunnen we niet met zekerheid achterhalen, maar
ikzelf ga ervan uit dat hij effectief over zichzelf verteld. Het verhaal is geschreven vanuit een
vertellend ik-perspectief. Naast verteller is Tom ook het hoofdpersonage in het verhaal, hij is de
protagonist. De belangrijkste antagonist in het verhaal is Z., zijn beste vriend op wie hij stapelverliefd
is. Alles wat Tom doet, is in functie van Z.: hij wordt lid van dezelfde turnkring, hij zit naast
Z. in de klas, op eindejaarsreis slapen ze samen op een kamer... Daarnaast beschrijft Lanoye ook
uitvoerig de vier vrouwen in  zijn leven en enkele van zijn leraren. De medeleerlingen van Tom
en Z. komen enkel als figuranten voor in het boek. Zij worden nauwelijks beschreven.

De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt, verschilt in elk hoofdstuk. In het begin situeert het verhaal
zich  thuis bij de vier vrouwen. In deze stukken wordt de gezellige huissfeer gecreëerd waarin Tom
opgroeit. In het tweede hoofdstuk spelen de verhalen zich voornamelijk af op school, ook wel het
Kot genoemd door Lanoye. Door de beschrijvingen van hoe de school eruitzag, probeert hij de saaie
sfeer van zijn school te creëren. In het derde hoofdstuk wordt de eindejaarsreis beschreven en situeert
het verhaal zich op de trein en in Griekenland zelf. Door de ontspannende sfeer die daar hangt, durft
Tom voor het eerst zijn liefde aan Z. te tonen. De exacte locaties waar het verhaal zich afspeelt, komt
de lezer nooit te weten. Zowel de woonplaats als de plaatsen in Griekenland worden slechts aangeduid
met de beginletter. Zo woont Tom in P. en ging hij de eerste keer op reis in A.

Bij het vertelritme van het verhaal heeft Lanoye gebruik gemaakt van een tijdversnelling. De verteltijd
bedraagt 158 pagina's, terwijl de vertelde tijd een achttal jaren bedraagt. Het verhaal is eigenlijk een
grote terugblik op het verleden van Lanoye. Dit wordt duidelijk gemaakt in de korte introductie aan het
begin en in het laatste kleine hoofdstukje, waarin Tom plots 32 jaar is. Zo een terugblik wordt ook
een structurele flashback genoemd. Binnen deze structurele flashback verloopt het verhaal grotendeels
chronologisch, op enkele kleine flashforwards na. Het verhaal start wanneer Tom tien jaar is en Z. leert
kennen, waarna hij vertelt over zijn leven op de middelbare school en afsluit met het verhaal van de
eindejaarsreis.

Er zijn ook enkele belangrijke motieven aanwezig in het verhaal. Uiteraard vormen de verschillende
soorten kartonnen dozen een belangrijk verhaalmotief. Ze zorgen eigenlijk voor de overgang tussen
de hoofdstukken. Allereerst is er de kartonnen koffer die Tom moet gebruiken op de Zwitserlandreis
van de CM. Daar ontmoet hij Z. voor het eerst. Daarnaast zijn er ook de archiefdozen die aanleiding
geven tot het vertellen over de middelbare schooltijd. Tot slot is er het boek zelf dat door Lanoye ook
als een kartonnen doos vol herinneringen wordt beschouwd. Een tweede belangrijk motief zijn de
vier vrouwen in zijn leven. Die vrouwen hebben, elk op hun eigen manier, veel invloed gehad op het
leven van Tom. Tot slot is ook reizen een motief in het verhaal. Tom leert Z. kennen tijdens de
reis van de CM en hij heeft voor de eerste (en ook laatste) keer seks met Z. in Griekenland. Het lijkt
of hij eenvoudiger toenadering kan zoeken tot Z. als ze op een vreemde plaats zijn. Het grondmotief
van dit verhaal is dat mensen hun eigen leven niet altijd volledig in handen hebben, ze worden vaak
beïnvloed door andere mensen in hun omgeving.

Tom Lanoye maakt gebruik van een persoonlijke schrijfstijl. Hij heeft een heel uitgebreide
woordenschat en durft vaak beeldspraak te gebruiken. Sommige beschrijvingen worden heel poëtisch
weergegeven om zo een bepaalde sfeer te creëren. Hij wisselt in zijn teksten deze lange beschrijvingen
en uitweidingen af met zakelijke en soms afstandelijke passages, zoals opsommingen. Hij weet ook
spanning op te wekken door een soort van verwachtingspatroon te creëren. Zo wordt hij doorheen
het verhaal steeds beter bevriend met Z., zodat de lezer de verwachting opbouwt dat het misschien
toch ooit iets kan worden tussen die twee.

Het was de eerste keer dat ik een boek las van Tom Lanoye, maar het zal zeker niet het laatste  zijn dat
ik van hem lees. Ik heb enorm van het boek genoten. Het verhaal is zeer goed opgebouwd en bevat
leuke en soms humoristische passages. Bovendien vond ik de verwoording dat een boek eigenlijk een
kartonnen doos is vol herinneringen heel mooi.  Eigenlijk zou iedereen dus een boek moeten schrijven
over zijn jeugdjaren om zo ook een kartonnen doos vol herinneringen bij de hand te hebben.