De aanslag - Harry Mulisch

Dit boek werd in 1982 geschreven door Harry Mulisch, een Nederlandse schrijver die in 1927 werd
geboren in Haarlem en die in 2010 is gestorven in Amsterdam. Deze man schreef niet enkel
verschillende succesvolle romans, hij schreef ook gedichten, kortverhalen en theaterstukken.
Voor zijn werk kreeg Harry Mulisch verschillende bekroningen waaronder de P.C. Hooftprijs en de
Prijs der Nederlandse letteren voor zijn hele oeuvre.

De titel van het boek verwijst naar de aanslag die door Duitse soldaten wordt gepleegd op het gezin
van Anton. Anton is een jongen van twaalf jaar die samen met zijn ouders en oudere broer in het dorpje
Haarlem woont. De aanslag is het gevolg van een moord, die vlak voor het huis van Antons familie
wordt gepleegd. Een NSB'er wordt vermoord en wanneer de Duitsers hem voor het huis van Anton zien
liggen, denken ze dat zijn familie dit gedaan heeft, met de verschrikkelijke aanslag tot gevolg. Hun huis
wordt in brand gestoken en Antons ouders worden gefusilleerd. Antons broer kan ontsnappen, maar
wordt later op de avond ook vermoord. Enkel Anton blijft gespaard en wordt ondergebracht bij zijn
tante en oom in Amsterdam. Naast de titel verwijst ook de cover naar deze gruwelijke avond.
Op de cover is namelijk de fiets van de NSB'er te zien. Op het moment dat hij werd neergeschoten,
fietste hij net voorbij het huis van Anton. De fiets die daar op de straatstenen ligt, is iets waar Anton
gedurende zijn leven vaak aan moet terugdenken.

Het verhaal begint ab ovo en verloopt verder bijna helemaal chronologisch.  Het boek start met een
proloog waarin de familie van Anton wordt voorgesteld. Je komt ook te weten waar ze wonen, wie
hun buren zijn ... Daarna volgen er vijf episodes in het boek die zich telkens afspelen in een ander jaar.
De eerste speelt zich af in 1945, op het einde van de Tweede Wereldoorlog. De volgende episodes
spelen zich af op cruciale momenten in Antons leven, momenten waarop de gevolgen en de motieven
van de aanslag steeds duidelijker worden voor Anton. Het boek heeft een gesloten einde. Op het einde
komt Anton de volledige waarheid over het hoe en waarom van de aanslag te weten en dan is voor
hem de cirkel rond.

Het verhaal wordt volledig vanuit het hij-perspectief geschreven, maar er is wel een meervoudige
vertelsituatie aanwezig. In de proloog en helemaal op het einde van het boek is er een auctoriële of
alwetende verteller aan het woord. De rest van het boek wordt door een personele verteller verteld.
Het verhaal wordt namelijk vanuit de gedachtewereld van Anton verteld. Op sommige momenten
stapt men even terug over naar de auctoriële verteller, maar er wordt meestal snel terug overgegaan 
naar de personele verteller.

Het verhaal wordt dus grotendeels vanuit de ogen van Anton verteld. Hij is dan ook het 
hoofdpersonage of de protagonist in het verhaal. Het hele boek draait om het leven van Anton
voor, tijdens en vooral na de aanslag. Anton is  zeer duidelijk een dynamisch personage,
aangezien hij doorheen zijn leven wel wat ontwikkelingen doormaakt. Naast Anton zijn er nog heel wat
andere personages, zoals zijn ouders, zijn vrouw(en), zijn kinderen, zijn oom en tante, de zoon van de
vermoorde NSB'er, zijn 'vriend' Takes... Niemand van deze personages wordt volledig uitgediept. We
komen slechts enkele dingen te weten over deze personen en daarom noemen we dit vlakke
personages. Al deze personages spelen op een bepaalde manier een belangrijke rol in het leven van
Anton, maar allen slechts voor een 'korte' periode in het verhaal.Niemand van deze personen
blijft gedurende het hele leven van Anton aan zijn zijde staan.

Zoals eerder werd vermeld, speelt het verhaal zich af in Haarlem en Amsterdam. De keuze voor deze
twee steden is logisch, aangezien Harry Mulisch zelf werd geboren in Haarlem en later in Amsterdam
is gaan wonen. Op het moment van de aanslag is het al avond, hiermee wil de schrijver een sfeer van
duisternis creëren om zo de duistere gebeurtenis nog beter tot zijn recht te laten komen. Het donker
staat ook symbool voor het verdriet en de angst van Anton om wat er is gebeurd. De historische
tijd waarin het verhaal zich afspeelt, ligt tussen 1945 en 1981. De vertelde tijd bedraagt dus 36 jaar.
De verteltijd is gelijk aan 254 pagina's. Er werd duidelijk gebruik gemaakt van een tijdversnelling om
het verhaal te vertellen. Het verhaal loopt ook grotendeels chronologisch, met uitzondering van
enkele flashbacks waarbij Anton terugdenkt aan de avond van de aanslag. Er worden ook
verschillende jaren uit het leven van Anton overgeslagen. Er zijn tijdssprongen gebruikt om zo
enkel de essentiële momenten uit Antons leven te moeten vertellen. De schrijver vat aan
het begin van elke episode wel even samen wat er gebeurd is in de jaren die werden overgeslagen
zodat het verhaal toch een samenhangend geheel vormt.

Het boek bevat ook een heel duidelijk leidmotief, namelijk stenen. Allereerst is de achternaam van 
het hoofdpersonage Steenwijk, dit is reeds een duidelijke verwijzing naar stenen. Daarnaast denkt
Anton vaak terug aan het visgraatmotief van de stenen in zijn straat. Op die stenen werd de NSB'er
vermoord en elke keer als hij terugkeert naar zijn geboorteplek, ziet hij die man terug liggen op die
stenen. Daarbovenop is ook het monument, dat werd geplaatst ter ere van zijn ouders en andere
gefusilleerde mensen, gemaakt uit steen. Tot slot ontmoet hij, op het einde van het boek, zijn oude
buurmeisje aan de 'Stone of Scone'. Daar vertelt ze hem wat er juist gebeurde op de avond van de
aanslag en wat er met zijn broer is gebeurd.

Een tweede belangrijk motief in het verhaal is een dobbelsteen. Op de avond van de  aanslag
speelde Anton met zijn familie mens-erger-je-niet. Toen het hele huis uitbrandde en Anton
alleen buiten in de kou stond, nam hij de dobbelsteen, die hij in zijn zak had gestoken, vast. Bijna op
het einde van het verhaal wordt hij geconfronteerd met een aansteker in de vorm van een
dobbelsteen. Op dat moment krijgt hij een paniekaanval, omdat alle gebeurtenissen van toen zich
terug afspelen in zijn hoofd. Deze dobbelsteen staat voor het lot en het toeval in Antons leven. Het
lot heeft bepaald dat net zijn familie werd vermoord en dat net zijn huis werd afgebrand.
Het grondmotief van het verhaal is dan ook dat door toeval of door het lot iemands hele leven kan
bepaald worden.

De stijl die Mulisch gebruikt in 'de aanslag' kan vaak als beeldend omschreven worden.  Er worden 
regelmatig moeilijke woorden of lange zinnen gebruikt. Toch stoort dit niet bij het lezen van het verhaal.
Dit komt doordat het verhaal zeer aangrijpend is en dat de boodschap die vervat zit in het verhaal zeer
mooi tot zijn recht komt. In deze roman heeft Mulisch ook geprobeerd om zo veel mogelijk belangrijke
historische momenten te betrekken in het verhaal. Zo wordt de aanslag gepleegd tijdens de Tweede
Wereldoorlog en eindigt het verhaal met de grote vredesmars uit 1981. Zo is de cirkel van het verhaal
mooi rond, het verhaal begint met oorlog en eindigt met een oproep voor vrede.